lIn een voortdurende inspanning om de loonverschillen tussen mannen en vrouwen te begrijpen en aan te pakken, heeft het CBS opnieuw onderzoek gedaan in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De meest recente 'Monitor Loonverschillen' over 2022 wijst uit dat de loonkloof nog steeds aanzienlijk is, ondanks enige verbetering. Vooral in het bedrijfsleven verdienen vrouwen voor vergelijkbaar werk gemiddeld bijna 7% minder dan mannen. Ook bij de overheid is er nog een loonverschil van bijna 2%. Minister Van Gennip (SZW) noemt dit onacceptabel en benadrukt de noodzaak om de loonkloof sneller te dichten.
Uit de Monitor Loonverschillen 2022 blijkt dat het ongecorrigeerde uurloon van vrouwen in het bedrijfsleven gemiddeld 16,4% lager ligt dan dat van mannen. Dit is een daling ten opzichte van 2020, toen het verschil nog 17,3% bedroeg. In harde cijfers verdienden mannen vorig jaar gemiddeld €23,30 per uur, terwijl vrouwen het moesten doen met €18,90 per uur. Hoewel er enige vooruitgang is geboekt, zijn de verschillen nog steeds significant.
Bij de overheid zijn de loonverschillen kleiner maar nog steeds aanwezig. In 2022 verdienden vrouwen gemiddeld 5,1% minder dan mannen. Dit vertegenwoordigt een halvering van het verschil in uurloon ten opzichte van 2014. De gecorrigeerde loonverschillen, gebaseerd op vergelijkbare banen en achtergrondkenmerken, zijn lager. Vrouwen in het bedrijfsleven verdienen gecorrigeerd nog steeds gemiddeld 6,9% minder, terwijl bij de overheid dit percentage afneemt tot 1,8%.
Minister Van Gennip van SZW benadrukt de onacceptabiliteit van het aanhoudende loonverschil. Ze pleit voor een versnelde aanpak en werkt aan de implementatie van de Europese richtlijn loontransparantie. Deze richtlijn heeft tot doel werkgevers transparanter te maken over beloning en loonverschillen binnen hun organisaties. Ook introduceert de richtlijn een verbod op het vragen naar het laatst verdiende salaris tijdens arbeidsvoorwaardengesprekken. Het ministerie werkt aan een snelle invoering van deze richtlijn in de Nederlandse wetgeving.
Gelijke beloning voor vrouwen en mannen zou vanzelfsprekend moeten zijn. Echter, de realiteit toont aan dat vrouwen nog steeds geen gelijkwaardige positie op de arbeidsmarkt hebben. Om deze kloof te dichten, heeft het kabinet diverse maatregelen genomen. De verhoging van het uitkeringspercentage van geboorteverlof van 50% naar 70% is een van deze maatregelen. Hiermee wordt beoogd ouders meer financiële ruimte te bieden om gezinsverantwoordelijkheden te delen. Daarnaast is er de dialoog 'Samenspraak', ontworpen om inzicht te verkrijgen in gendergelijkheidservaringen op de arbeidsmarkt en maatschappelijke discussies te stimuleren over vastgeroeste rolpatronen.
De aangenomen Europese richtlijn loontransparantie speelt een cruciale rol in de aanpak van loonverschillen. Werkgevers zullen transparanter moeten worden over beloning en loonverschillen, wat een positieve bijdrage kan leveren aan bewustwording en het verminderen van ongelijkheid. Het verbod op het vragen naar het laatst verdiende salaris in arbeidsvoorwaardengesprekken is ook een stap in de richting van eerlijkere salarisonderhandelingen.
De daling van de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland is een positieve ontwikkeling, maar er is meer nodig om tot een volledig gelijkwaardige arbeidsmarkt te komen. Collectieve actie van werkgevers, werknemers en de samenleving als geheel is van essentieel belang. Het creëren van bewustwording, het doorbreken van stereotypen en het bevorderen van gelijke kansen zijn slechts enkele stappen in de juiste richting. Het is de verantwoordelijkheid van iedereen om bij te dragen aan een arbeidsmarkt waar gelijkheid de norm is, ongeacht geslacht. In de woorden van minister Van Gennip: "Hoe eerlijk is het bij jou op de werkvloer?" Laten we deze vraag stellen en samenwerken aan een toekomst waar gelijke beloning een vanzelfsprekendheid is.
Door strategisch te kiezen voor de locatie en soorten consumpties, zoals hapjes in plaats van maaltijden, kunnen bedrijven de kosten binnen de vrije ruimte houden en belastingheffingen voorkomen.